Schaarbeek heeft secretaresse Gonnie zo ver gekregen een alarm te installeren, zodat klokslag half 10 een soort kanonsshot door de luidsprekers klinkt. Tenminste: deze week. Vorige week was het marsmuziek, in aanzwellend volume. Op het alarm zijn naar keuze kennelijk vele muziekjes te installeren. Ik heb net mijn eerste kop koffie gepakt of daar klinkt het shot weer. Iedereen wordt geacht richting vergaderruimte te snellen om aan te schuiven.
Deze op het oog wat draconische maatregel was Schaarbeek naar eigen zeggen wel gedwongen om te nemen, omdat journalisten -van nature lui, werkschuw volk- nu eenmaal een harde hand nodig hebben. Ik zie hem al aanschuiven aan de grote tafel in de vergaderzaal. Als een generaal bezigt hij graag en veelvuldig oorlogsterminologie in ons bijzijn. ‘Kies een strijd die je kan winnen’, klinkt minstens één keer per vergadering.
Zweetplekken
“Pff, ik heb de uitzending niet gezien en heb ook geen ideeën voor verhalen”, hoor ik de verstrooide professor Henk zeggen terwijl hij de vergaderruimte inloopt. Net als bij alle andere kantoren worden er gesprekken gevoerd bij het koffiezetapparaat over ditjes en datjes. Marcel de boekhouder staat al met zweetplekken onder zijn overhemd te oreren over zijn vakantie met zijn nieuwe liefje. Zijn vrouw heeft hem de deur uitgezet toen ze achter hun relatie kwam. Wat zién ze toch in de man, vraag ik me af, terwijl collega-redacteuren naar de vergaderruimte lopen.
Uithuiszetting illegalen
Na wat gestommel en geschuif van stoelen is de Grote Vergadering weer begonnen. Schaarbeek kijkt om zich heen. “Wie heeft het gezien…?” Er valt een veelbetekenende stilte. Dreigend klinkt het: “Niemand? Dat hoop ik toch van niet?” Jessica, een jong gedreven redacteur die naast me zit, neemt hakkelend het woord. ‘Ehm, het onderwerp over die uit huiszetting van illegalen vond ik mooi gemaakt. Vooral de openingsshots. Jammer alleen dat er weinig kanttekeningen werden geplaatst. Die illegalen konden helemaal leeg lopen.” Schaarbeeks gezicht betrekt.
Het item is gemaakt door zijn rechterhand Jorrit. En Jorrit kan doorgaans niets fout doen. Al doet hij een stand-upper op zijn hoofd. ‘Hoe bedoel je, leeglopen?’ blaft hij Jessica af. ‘In Jorrit’s vragen was de kritische ondertoon heel duidelijk. We moeten in de journalistiek niet bang zijn om mensen mee te laten voelen met onze geïnterviewden. Dat is niet leeglopen, dat is méévoelen!” Jessica kijkt wat bedremmeld en houdt wijselijk haar mond. “Iemand nog een opmerking over de uitzending?” vraagt Schaarbeek terwijl hij dreigend de groep rondkijkt en verdere vragen afkapt. “Goed, dan nu de komende uitzendingen. Voor overmorgen is het planbord nog bijna leeg. Ideeën?”
Boekenweekgeschenk
Fara fluistert voorzichtig in mijn richting: ‘Jessica is haar bonuspunten nu wel kwijt’. De tafels in de vergaderruimte stond rondom opgesteld en tegenover ons neemt het Kunstgebit het woord. Als oudgediende op de redactie durft hij meer dan anderen. Fara en ik vinden hem een kwal, die beter in de schrijvende journalistiek had kunnen blijven. Van tv-maken heeft hij evenveel verstand als van kantklossen. “Eh, zoals jullie waarschijnlijk ook gisteren hebben gelezen, gaat Tommy Wieringa dit jaar het boekenweekgeschenk schrijven. Moeten we hem niet uitzetten voor een ‘exclusief’ interview?” Of in die week volgen?”
Het enthousiasme is niet direct groot. “Ik had hem al uitgezet maar hij wil steeds niet” roept Henk, waarna Fara toevoegt: “Ik zag hem gisteren al bij I-nieuws (ons grootste concurrent) in een uitgebreid interview.” Jorrit neemt als laatste het woord: “Ik heb vroeger bij hem op school gezeten en hij was best een lul”.
Dit doorslaggevende element is voldoende voor Schaarbeek: ‘Exit Wieringa dus. Kunnen we er niet iets omheen verzinnen, die boekenweek?’